Tuesday, June 11, 2013

Bezuinigen? Jazeker! .. maar dan wel anticyclisch

Weg uit de crisis

Onze overheid is -kort door de bocht- door ons aangesteld om zaken te regelen die wij als persoon niet zelf kunnen regelen. In die zin zorgt de overheid voor ons. Namens ons wordt infrastructuur aangelegd, geschoold, beveiligd, gevochten en economisch beleid gevoerd. Op al deze beleidsterreinen vinden politieke belangenafwegingen plaats. Sommige zaken staan echter los van belangenafweging, regen komt en gaat ongeacht de politieke besluitvorming om maar eens wat te noemen. Naast natuurverschijnselen zijn er ook maatschappelijke en economische verschijnselen waar de politiek geen directe invloed heeft. Wel kan overheidsbeleid leiden tot demping of verdieping van ontstane problemen.

Vanmorgen weer een artikel in de krant over een uitspraak van de Nederlandse bank er moet wederom ernstig bezuinigd gaan worden willen we het financieringstekort onder de 3% krijgen.
Tegelijkertijd horen we over veelvuldige faillissementen en over burgers die interen op hun spaartegoed, en  e aan hun huis zijn geketend omdat het hypothecair onder water staat of omdat er geen koper is te vinden.

Bij de burgers kan daarom op dit moment nooit sprake van toenemend vertrouwen zijn. Zij zien zelf al nauwelijks kans om de eindjes aan elkaar te knopen. Zij nemen allerlei bezuinigingsmaatregelen in eigen kring met als gevolg dat de bedrijven die leven van de vraag van burgers het moeilijk hebben. Als nu de overheid nu opnieuw extra gaat bezuinigen dan neemt het vertrouwen van de burgers alleen maar verder af en zakken we economisch verder af ..

Om uit de crisis te komen zal geld moeten rollen. Mensen moeten te maken krijgen met toekomstverwachtingen die positief zijn, ze moeten dus zien dat er banen zijn ze moeten zien dat er toekomst is en ze moeten weten dat de overheid consistent, en dus in een crisis ruimhartig beleid, voert.
De economische theorie van John Maynard Keynes  leert dat de overheid in tijden van crisis extra geld uit moet geven om de vraag te stimuleren en het vertrouwen te herstellen.
Dat werkt goed in een grote of min of meer gesloten economie waar de extra uitgaven niet weglekken naar het buitenland. Dit wetende zou wereldwijde vraagstimulering door opvoeren van overheidsuitgaven de juiste weg uit de crisis zijn. Aanpalend moeten dan, als de economie weer groeit, ombuigingen plaatsvinden zodat de overheidsuitgaven teruggelopen en overheidsbesparingen toenemen. Dit komt neer op wat in zijn algemeenheid anticyclische begrotingspolitiek wordt genoemd.

Anticyclische begrotingspolitiek is een briljant concept waar in de praktijk vooral in tijden van crisis aan wordt gerefereerd. In tijden van overvloed hebben politici blijkbaar niet de ruggengraat om de in crisistijd  gemaakte schulden te delgen door uitgaven juist dan te beperken en belastingen te handhaven.
Probleem is ook dat in een democratie partijen met een eenvoudig verhaal en grote beloftes makkelijker de kiezersgunst winnen dan partijen die een wat complexer verhaal - als anticyclische begrotingspolitiek - vertellen. Als het geld niet op lijkt te kunnen dan ligt uitdelen door de overheid voor de hand.

Om uit deze periodieke -want conjunctureel gebonden- deadlock te komen zouden hier internationale verdragen over moeten worden gesloten. Dergelijke internationale verdragen hebben in ieder geval binnen het Nederlandse systeem een grotere impact op de beleidspraktijk dan de grondwet en daarom is zo'n internationaal verdrag ook beter. In zo'n verdrag zou moeten staan dat er anticyclische begrotingspolitiek zal worden gevoerd en waarschijnlijk is het ook een goed idee om op te nemen en welk percentage van het nationaal inkomen de overheid normaal gesproken mag innen via belastingen. Zo'n percentage heeft als voordeel dat bij een opgaande economie de inkomsten toenemen terwijl bij een neergaande economie de inkomsten afnemen. Door in het verdrag verder op te nemen dat de uitgaven niet afhangen van de inkomsten in een jaar maar van een langjarig gemiddelde, -anticyclisch- gecorrigeerd voor pieken en dalen, wordt de beleidsruimte voor de politici die dan toevallig aan de macht zijn zodanig ingekaderd dat ze het anticyclische uitgangspunt niet meer kunnen ondergraven. Plat gezegd vervangen ze hun recht om de absolute begrotingsbedragen vast te stellen door een instrument wat het inkomsten- en uitgavenplafond in een bepaald jaar voor hen bepaald.

Onze belangenvertegenwoordigers in eerste en Tweede Kamer kunnen dan, binnen de berekende financiƫle grenzen, het beleid bepalen.

Verantwoording:
Ik ben mij ervan bewust dat elk instrument kan worden ingehaald  door de praktijksituatie van het moment. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is natuurlijk de 3% norm  je kan die norm zoals Spanje in de grondwet vastleggen niettemin zal je hem ooit weer overschrijden. ook een instrument als anticyclischebegrotingspolitiek kan door noodzaken (nationale en internationale rampen, oorlog neerstortte onder meteorieten e.d.) onhaalbaar blijken. Het anticyclische instrument is echter veel begrijpelijker en duidelijker dan het Colijnsiaans vasthouden aan de harde gulden / 3% begrotingstekort.

Gesteld wordt dat als het begrotingstekort boven de 3% blijft het lenen van geld veel duurder kan worden. Dat is geen onjuiste veronderstelling. Anderzijds gaat het ook hier om vertrouwen. Als de financiers vertrouwen in de oplossing hebben, dan kan de interest binnen de perken blijven. Financiers zullen ongetwijfeld gecharmeerd zijn van anticyclische begrotingspolitiek als die ook in economisch goede tijden wordt gevoerd. De triple A status hoeft dus niet in gevaar te komen.

Wat betreft de Nederlandse bank vanuit haar rol bewaking van de stabiliteit van de Nederlandse munt heeft ze het grootste gelijk van de wereld er zijn echter meer belangen dan uitsluitend de stabiliteit van de Nederlandse munt mensen moeten ook gewoon kunnen eten, leven en zich ontwikkelen. Uitsluitend focussen op de stabiliteit van de euro -nu- is kortzichtig.
Er moet een beleid komen waardoor de economie wordt gestimuleerd als het nodig is en overheidsbesparingen plaatsvinden als dat -modelmatig- moet.



Internationale verdragen sluiten duurt lang dus daarvan valt geen korte termijn effect te verwachten. Europees gecoƶrdineerde maatregelen eventueel in samenwerking met de G7 en met hulp van het IMF liggen  op dit moment meer voor de hand.

Keywoorden: discipline, anticyclisch begrotingsinstrumentarium, internationale samenwerking, inperking politieke begrotingsmacht.

No comments: